Mijn sculpturale werk is mijn echte curriculum.
Zonder woorden maar met beelden registreer ik in mijn curriculum tijd-ruimte-ervaringen, ervaringen die te maken hebben met de vereniging met de natuur en de materialen waaruit het beeldhouwwerk bestaat. Dingen/objecten worden tekenen van mentale groei en religieuze eenheid. Het is een poging om heelheid aan de ruimte terug te geven. Wanneer ik woorden toevoeg aan mijn sculpturen, is dit om dat wat we zien doormiddel van woorden wat te vergemakkelijken. Maar wat mij betreft is de verbale realiteit secundair. Beelden kennen hun eigen taal. Hergebruik van materialen staat bij mij voorop. Milieubewustzijn wordt krachtig vertaald in zorg en menselijke dimensie. Mijn beelden zijn ook niet voor de eeuwigheid. De tijd mag zijn werk doen.

Cat. No. 71 Sofia oftewel Fieke

Uitgangspunten betreffende het beeld “Sofia, oftewel Fieke”.

De vraag naar uitgangspunten is een meer intellectuele vraag naar -wat stelt het voor-. Een vraag die kunstenaars tegenwoordig herhaaldelijk gesteld wordt en ook begrijpelijk is. Toch zou ik een willekeurige werknemer van een willekeurig bedrijf die vraag wel eens willen stellen naar aanleiding van zijn of haar normale dagelijkse werkzaamheden. Ik veronderstel dat veel mensen zullen stamelen. Het is dan ook geen eenvoudige vraag; ‘Waarom doe je dit werk of wat stelt jouw werk voor?’ Mijn antwoord is steevast; ik kan niet anders en ik doe het graag! Veel mensen vinden het mooi wat ik maak en een aantal snapt er niets van, maar datzelfde heb ik ook bij veel kantoor- en loketwerk dat ik zie.
Bij veel hedendaagse kunst zoeken mensen houvast in de titel, talige mensen als we zijn. Vandaar dat ik deze titel bij nevenstaand beeld als antwoord op de vraag wil toelichten.
Sofia is het Griekse woord voor wijsheid. Je zou kunnen zeggen de wijsheid van ons westerse denken. Ook mijn denken is daardoor bepaald. Nadenkend over mijn werk van de afgelopen jaren, moest ik constateren dat het hout en ijzer dat ik verwerkte altijd in contrast met elkaar stonden, twee elementen die elkaar aanvulden of een dialoog met elkaar aangingen. Ik stelde mezelf de vraag of het mogelijk was deze twee materialen meer in elkaars verlengde te brengen. Of het ijzer als vanzelfsprekend over kon gaan in het hout. IJzer heeft voor mij een meer mannelijke, reflectieve eigenschap, het is niet voor niets het eerste door de mens ‘bedachte’ metaal. Hout, en zeker iepenhout heeft voor mij echter iets vrouwelijks en affectiefs. In de Edda, het Germaanse mythische boek, is Embla, de iep, de oermoeder van de schepping. De mathematische vormen waaruit dit beeld is opgebouwd symboliseren dit zoeken naar en denken over deze maat en verhouding. Het is een analyse van de aangewende materialen.

Daarnaast heeft zich rond dit beeld een heel ander proces afgespeeld. Het is uitgangspunt geweest om met een aantal kunstenaars van verschillende disciplines te gaan zoeken naar de mogelijkheid het kunstzinnige proces van mij als beeldhouwer, wat zich grotendeels onzichtbaar in mijn atelier afspeelt, inzichtelijk te maken voor een groter publiek. Beelden zijn tenslotte maar incidentele gestolde momenten van een continu creatief proces. Jezelf duidelijk maken aan een vakbroeder uit een andere discipline is een hele ervaring en vergt de nodige inzichtelijkheid, of zoals de componist zegt, luistervaardigheid. Wanneer een beeldhouwer meer met maat, verhouding, ruimte en zijn handen werkt, dan is een musicus zeer vertrouwd met tijd, klank, melodie en zijn oren. Een beeldhouwer werkt meer solitair en een musicus schrijft voor zijn uitvoerenden. Door de relatie aan te gaan is voor ons betrokkenen het creatieve proces in een stroomversnelling geraakt. Dit beeld, Sofia, zou eigenlijk moeten functioneren in een theaterstuk dat onder mijn leiding op stapel staat. Het zou als een soort totempaal, zoals bij de oude Tribes, het middelpunt moeten vormen waar rondom heen de rite bestaande uit muziek, zang en dans zich afspeelt.
Bij ‘primitieve’ stammen stelt de totempaal, die voor een ritueel wordt opgericht, heel vaak een voorouder voor.

En dit brengt me tot het vervolg op “Sofia”- “oftewel Fieke”. Fieke is een Hollandse meisjesnaam afgeleid van Sofia. Het is tevens de naam van mijn, in mijn vroegste jeugd, overleden moeder. Rilke heeft mi. volkomen gelijk wanneer hij zegt dat het creatieve proces zich ontleent aan de angst voor de dood. Het zo jong geconfronteerd worden met de dood heeft bij mij geleid tot het bestuderen van de theologie en het bezig zijn met beeldhouwen, het behouden van het beeld…., het scheppen van ruimte….
Dit beeld (eigenlijk alle beelden die ik maak), is het realiseren van entiteiten, werkelijkheden uit het leven die niet direct waarneembaar zijn en zich afspelen in het mentale bereik. Kennis van deze wereld wordt door ons westerlingen vaak veronachtzaamd (kijk maar hoe we de dood verre van ons proberen te houden). Door dit echter in concreto in de ruimte neer te zetten kunnen we niet om dit gegeven heen. Mag muziek met de wind verwaaien, een wilde dans verstillen in onze moeheid, beelden bepalen de ruimte.